STADSBEIAARDIER

De stadsbeiaardier van de gemeente Oldenzaal bespeelt bijna iedere vrijdagavond (de koopavond) van 19.30 tot 20.30 uur de beiaard van de St. Plechelmusbasiliek. Af en toe valt een vrijdag uit omdat er evenementen in de stad zijn die de klokken overstemmen.

Het is de taak van de stadsbeiaardier om iedere week een afwisselend muziekprogramma ten gehore te brengen. Behalve speciaal voor beiaard geschreven composities worden veel bewerkingen van klassieke en populaire muziek gespeeld.

Ook het tweemaal per jaar versteken van de speeltrommel hoort tot de taken van de beiaardier. Van 's ochtends zeven uur tot 's avonds elf uur klinkt ieder kwartier een korte melodie over de stad. Het uurwerk in de toren zorgt dat de speeltrommel automatisch start.

Zo'n 150 gemeentes in Nederland hebben - geheel in lijn met de traditie - een (stads)beiaardier in dienst. Sommige torens herbergen al sinds de Middeleeuwen een klokkenspel en kennen dus ook een lange lijst van beiaardiers (het beroep ging niet zelden over van vader op zoon).

Door de eeuwen heen hebben klokken in torens altijd een belangrijke rol gespeeld in het dagelijks leven van de burgers. Bij allerlei feestelijke of droevige gebeurtenissen kreeg de beiaardier van de stadsbestuurders de opdracht om de klokken te bespelen. Een beiaardier zou daarom als de laatst overgebleven stadsmuzikant kunnen worden gezien.

Oldenzaal bezit sinds 1930 een fraai klinkende beiaard. De eerste twee beiaardiers waren Toon Borghuis en Karel Borghuis. In 1992 trad Hylke Banning aan als derde stadsbeiaardier van Oldenzaal.

MUZIEK

Heel vroeger speelden beiaardiers op een beiaard voornamelijk bekende geestelijke liederen. En, als de autoriteiten van dat moment het toestonden, ook de in die tijd populaire frivole straatliedjes. Tegenwoordig is het repertoire veel breder, maar nog steeds geldt dat een beiaardier 'van alle markten thuis' moet zijn. Met zijn torenmuziek moet hij de mensen op straat niet alleen kunnen opvrolijken, maar ook ontroeren.

Vaak speelt een beiaardier een bewerking van muziek die oorspronkelijk voor een ander instrument is geschreven. Niet alle muziek zal echter op een beiaard goed klinken. Het is dan ook de kunst om geschikte muziek uit te zoeken en die dan op de juiste wijze aan te passen. Vaak is het goed mogelijk om hier en daar wat noten te verplaatsen of weg te laten, zolang daardoor de essentie van de muziek maar niet wordt aangetast.

Eigenlijk worden er pas sinds het begin van de 20ste eeuw composities speciaal voor beiaard geschreven. Mogelijk is dat vroeger wel meer gebeurd, maar die zijn dan niet bewaard gebleven. Er zijn slechts een vijftiental originele beiaardwerken bekend uit ongeveer 1770. Deze werden gecomponeerd door de Leuvense stadsbeiaardier Matthias Vanden Gheyn.

Het is verheugend dat met name in de laatste decennia ook veel componisten, die zelf niet eens beiaardier zijn, ook voor dit instrument zijn gaan schrijven. Dat levert regelmatig verrassende werken op. Het schrijven voor beiaard is lastig, omdat de klokkenklank een heel eigen karakter heeft.