KLOKKEN IN DE LAGE LANDEN

Heel karakteristiek voor de Lage Landen zijn de in allerlei torens van kerken, stadhuizen en belforten hangende klokken. Soms betreft het één of een bescheiden aantal klokken die alleen als luidklok te horen zijn, maar in veel kleine en grote steden bezit een toren vaak ook een hele serie klokken die samen een klokkenspel vormen en waarop muziek gespeeld kan worden. De meer Vlaamse benaming voor dit instrument is beiaard terwijl de Fransen en Engelsen het woord carillon het liefst gebruiken.

Klokken zijn veelzijdig! Er valt veel te vertellen over zowel het religieus als het wereldlijk gebruik van klokken. En aangezien klokken de eeuwen gemakkelijk trotseren hebben veel klokken een rol gespeeld in onze historie, in het leven van onze voorouders. Daarnaast raak je niet gauw uitgesproken over de vele interessante muzikale en technische eigenschappen van de klok.

De beiaard is het enige muziekinstrument dat in de Lage Landen is ontstaan. Volgens de definitie van de World Carillon Federation is een beiaard een muziekinstrument dat uit tenminste 23 gestemde bronzen klokken bestaat en bespeelbaar is door middel van een stokkenklavier. Wereldwijd zijn er anno 2020 ruim 675 handbespeelbare beiaarden, waarvan ongeveer 180 in Nederland.

Religieus gebruik

De oudste klokken dateren uit de 12de eeuw en klonken vooral in kloosters. Ze werden door de monniken zelf gegoten. Op zeker moment ontdekte men dat een klok prima als signaal ingezet kon worden om gebedsuren, de tijden van opstaan, het eten, en het slapen aan te kondigen. Nog steeds spelen klokken een belangrijke rol in het geestelijke leven van alledag. Denk maar het aankondigen van kerkelijke vieringen en plechtigheden zoals trouw- en rouwdiensten. Klokken roepen een bepaalde sfeer op die met deze gebeurtenissen worden geassocieerd. De voor iedereen zo herkenbare klank van klokken is onmiskenbaar een samenbindend element in stad of dorp.

Aan klokken werden heel lang ook bijzondere krachten toegedicht. Zo geloofde men dat het luiden van de klokken kwade machten kon verdrijven, maar ook het onweer, de bliksem of de pest. Het randschrift van een klok vertelt vaak zelf door wie de klok is gegoten en wat de functie ervan is. Klokken spreken daarbij altijd in de ik-vorm. Een mooi voorbeeld daarvan is de tekst "Ik roep de levenden, ik beween de doden, ik breek de bliksem". Klokken werden niet beschouwd als een dood voorwerp! Integendeel, een klok werd als een persoonlijkheid gezien. De grotere klokken worden nog altijd traditioneel gewijd en krijgen een naam.

Wereldlijk gebruik

Ook de wereldlijke overheid ontdekte eeuwen geleden al hoe nuttig klokken konden zijn. Klokken hingen strategisch in torens en konden voor een stad uitstekend bijvoorbeeld de functie vervullen van brandklok, stormklok (bij onraad), poortklok (bij openen en sluiten van de poorten), banklok (voor officiële bekendmakingen binnen het rechtsgebied van de lokale overheid) of papklok (om aan te geven dat het etenstijd was).

In de tweede helft van de 14de eeuw kregen veel torens ook een uurwerk met een voor die tijd best wel ingenieuze mechanische constructie. De klokslagen kondigden de uren aan. Het beschikken over de juiste tijd was ook van belang om de samenleving meer te structureren. Om niet per ongeluk de eerste klokslag te missen bedacht men op zekere dag de zogenaamde voorslag. Meestal waren dat vier kleine klokken die werden aangeslagen vlak voor het moment van de uurslag (denk maar aan de vier klokken van de Big Ben in London). Die vier klokken, het quadrillon, groeide uiteindelijk eind tot een hele reeks klokken die aanvankelijk alleen automatisch via een speeltrommel tot klinken werden gebracht, maar later ook via een stokkenklavier. Zo werd een met de hand bespeeld instrument geboren: de beiaard.

Maar nog voordat een voorslag aan de uurslag voorafging werden af en toe touwen aan de klepels van klokken vastgemaakt. Klokken werden daarmee tot klinken gebracht door met de handen en soms ook de voeten aan de touwen te trekken. Dit niet zelden zeer virtuoze ritmische klankspel wordt beieren genoemd en de muzikant de beierman. Beieren is nog altijd een traditie in Rusland. Opmerkelijk is ook dat klokken in diverse landen anders gebruikt worden. Zo is Duitsland het land van de luidklokken en Groot-Brittannië het land van de change ringing (het in regelmatige wiskundige patronen laten klinken van een serie klokken). In weer andere landen worden klokken geklept of zover opgeluid dat ze op de kop komen te staan.

Klokken gaven uiteraard status aan een kerk maar ook aan een stad. In de Middeleeuwen trachten steden elkaar te overtroeven met het fraaist klinkende en meest omvangrijke klokkenspel.

Historie

Pas rond 1650 ontdekten de beroemde klokkengieters François en Pieter Hemony uit Lotharingen hoe klokken gestemd konden worden zodat het eindelijk mogelijk werd grotere reeksen zuiver klinkende klokken te gieten. De gebroeders Hemony vestigden zich rond 1640 in Zutphen en verhuisden later naar Amsterdam. Daar goten zij beiaarden voor rijke steden als Deventer, Kampen, Antwerpen, Utrecht, en Amsterdam. Het bezit van een volwaardig klokkenspel gold in die Gouden Eeuw als een symbool van groei en welvaart. Van de fraai klinkende Hemony-beiaarden is een aantal vandaag de dag nog steeds te horen, hoewel veel klokken moesten worden herstemd omdat ze door corrosie ten gevolge van luchtvervuiling ontstemd waren geraakt. Tijdens de industriële revolutie werd veel steenkool verstookt. Een 17de-eeuwse beiaard telde meestal zon 35 klokken.

In torens worden nog steeds oude klokken aangetroffen die ook elke dag nog klinken. Vele generaties boeren, burgers en buitenlui hebben dezelfde klokken gehoord. Zodoende representeren klokken een brok historie die niet alleen zichtbaar maar ook nog altijd hoorbaar is! En het aardige is dat klokken voor een toeschouwer en luisteraar het besef van tijd zo mooi versterken.

Er is altijd een sterke verbinding geweest tussen klokken en alle facetten van het dagelijks leven. Dat was met name in de Middeleeuwen het geval: "Er was één geluid dat al het gedruis van het drukke leven steeds weer overstemde en dat alles tijdelijk ophief in een sfeer van orde: de klokken."

Helaas zijn klokken door de eeuwen heen ook altijd een gewilde oorlogsbuit geweest. Dat is de reden dat er nogal eens klokken zijn omgesmolten tot kanonnen.

In de 19de eeuw raakte de beiaardkunst mede door economische oorzaken in verval. Dankzij technische vernieuwingen en de persoonlijke inzet van de Mechelse stadsbeiaardier Jef Denyn bloeide de beiaardkunst aan het begin van de 20ste eeuw weer op en ook de standaardomvang van een beiaard groeide.

Techniek

Klokken worden gegoten. Daarom moet voor iedere klok een unieke vorm worden gemaakt die na het gieten ook kapotgeslagen wordt en nooit meer te gebruiken is. Voor de klank van de klok is het vormproces belangrijk. Dat betreft niet alleen het materiaal waarvan de vorm wordt gemaakt, maar ook de manier waarop de vorm wordt geprepareerd.

Dan is er nog het klokkenbrons. Over het algemeen zo'n 80% koper en 20% tin. Soms met een klein beetje andere materialen er doorheen. Van invloed op het eindresultaat zijn ook de brandstof van de oven en de giettemperatuur. En uiteraard hoe snel een klok wordt gegoten en hoeveel tijd er is om af te koelen. Daar heeft de vorm weer invloed op. Iedere klokkengieter heeft zo zijn eigen geheime methoden en ervaring.

Voor de Middeleeuwen was niet bekend hoe klokken nog gestemd zouden kunnen worden. Luidklokken werden dan ook altijd op toon gegoten. Of dat wel of niet goed lukte hing af van het vakmanschap van de klokkengieter. Voor een beiaard als muziekinstrument is het belangrijk dat iedere klok afzonderlijk goed klinkt, maar ook dat de klokken in een reeks samen goed klinken. Sinds ongeveer 1650 zijn klokkengieters in staat de grondtoon en de belangrijkste boventonen van een klok na het gieten nog bij te stemmen. Vakmanschap die op een gegeven moment weer verloren is gegaan en pas rond 1910 werd herontdekt.

Luidklokken krijgen nog een klepel en komen in een luidstoel aan een rechte as of een krukas te hangen. Speelt een klok mee in een beiaard, dan wordt er een verbinding aangebracht tussen het stokkenklavier en de klepel van de klok, zodat de beiaardier de klok naar believen zacht of hard kan laten klinken. Voor een luidklok wordt een hamer aan de buitenkant van de klok gemonteerd en met een draad met het stokkenklavier verbonden. Het inrichten van een beiaard is geen standaard bezigheid, omdat immers iedere toren weer anders is.

Muziek

De beiaardier, aangesteld door het stadsbestuur, had in vroeger tijden vaak de opdracht meerdere keren per week het instrument te bespelen en dan nog eens extra als de stad voorname gasten ontving. Een klokkenspel was vroeger zo'n beetje het enige openbare instrument waar iedereen naar kon luisteren. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat allerlei bekende kerkelijke en wereldlijke melodieën ten gehore werden gebracht.

Pas de laatste decennia worden er veel originele composities voor beiaard geschreven. Overigens is het bijzonder dat bewerkingen van muziek uit alle stijlperioden zich ook heel goed op een carillon laten verklanken. Van Bach tot de Beatles.