In de Middeleeuwen ontstond op veel plaatsen in Europa de behoefte om in kerkdiensten de eigen kerkpatroon te vereren met speciale gezangen. Vandaar dat destijds voor verschillende plaatselijke heiligen een eigen officie werd gecomponeerd.
Een officie bestaat uit gebeden, psalmen, lofzangen, beurtzangen, responsoria, hymnen en lezingen. In vroeger tijden werden de delen van een officie iedere dag op vaste tijdstippen uitgevoerd: vóór zonsopgang de metten, bij zonsopgang de lauden, vervolgens de priem (6 uur), de terts (9 uur), de sext (12 uur), de noen (15 uur), de vespers bij zonsondergang, en vlak na zonsondergang de completen. De metten, lauden en vespers zijn in muzikaal opzicht het belangrijkste onderdeel van een officie.
Van het officie voor St. Plechelmus zijn helaas geen middeleeuwse bronnen bekend. Een tekst van het officie komt echter wel voor in het 17de-eeuwse Officia Sanctorum Archiepiscopatus Ultrajectensis et Episcopatuum Suffragganeorum …, een brevier dat in 1640 is samengesteld door de Apostolisch Vicaris Philippus Rovenius, tevens deken van het St. Plechelmus-kapittel te Oldenzaal. Een brevier is een soort agenda voor de dagelijks te bidden gebeden.
Uit bestudering van de teksten van het officie van Plechelmus kwam naar voren dat verreweg de meeste gezangen een bewerking zijn van gezangen uit officies voor andere mannelijke heiligen. De term 'bewerking' betekent in dit geval dat de namen van de in de gezangen genoemde heiligen onderling werden uitgewisseld. De gezangen zelf hebben vrij neutrale teksten en bevatten bijvoorbeeld geen specifieke details uit het leven van de betreffende heilige.
Zo was het mogelijk om in ieder geval de melodieën van de gezangen van het officie van Plechelmus terug te zoeken. Dat levert natuurlijk nog geen compleet officie op. De psalmen van het officie konden echter zonder bezwaar uit handschriften van andere kapittelkerken worden overgenomen, omdat het bekend is dat de middeleeuwse zangpraktijk in het diocees Utrecht overal ongeveer hetzelfde was.
Organist Guus Goorhuis heeft de afgelopen drie jaar veel tijd gestoken in de reconstructie van het officie van Plechelmus vanuit onder andere 13de-eeuwse handschriften. Hij werkte daarbij samen met de Utrechtse musicologe dr. Ike de Loos. Met als eindresultaat dat een tot dusver volledig onbekend stuk Oldenzaalse geschiedenis thans aan de vergetelheid is onttrokken.
Onderstaande afbeelding is een fragment van een laatmiddeleeuws handschrift uit het Diözesanarchiv Wien en laat het begin zien van een gezang uit het Plechelmusofficie: het responsorium "Testamentum aeternum".
De tweede afbeelding toont een fragment van het begin van de uiteindelijke transcriptie van het invitatorium "In confessione laudis". Het is gebaseerd op een 13de-eeuws handschrift uit de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.
De nieuwe CD bevat een uitvoering door de Schola Hartkeriana Amsterdam van alle gereconstrueerde Plechelmus-gezangen, inclusief de lezingen uit de vita van Plechelmus. Vanwege de beperkte omvang van een CD was er daarom geen ruimte meer voor alle psalmen van de metten, lauden en vespers.
Het officie kon overigens niet in de Oldenzaalse Plechelmusbasiliek zelf worden vastgelegd. Begin dit jaar bleek in de agenda van dirigent en koorleden alleen het weekeinde na Hemelvaart nog vrij te zijn en dat is tevens het weekend van de voorjaarskermis in Oldenzaal. Vandaar dat men voor de opname is uitgeweken naar de Plechelmuskerk in De Lutte.
Voor belangstellenden is deze unieke CD voor € 15,00 te koop in de basiliek, bij het VVV-kantoor en Museum Het Palthe-huis. De CD is ook te bestellen bij de abdij St. Benedictusberg te Vaals .
|